Graszoden leggen doe je meestal niet midden in de winter. Logisch, want met sneeuw en bevroren grond kom je niet ver. Maar juist als het buiten wat stiller wordt in de tuin, is het een goed moment om plannen te maken voor straks. Als het voorjaar begint en de zon zich weer laat zien, wil je er natuurlijk meteen mee aan de slag kunnen. Belangrijk is dat je niet alleen de juiste graszoden koopt, maar ook zorgt voor de juiste ondergrond.
Zandgrond alleen is niet genoeg
Bij het leggen van graszoden denken veel mensen dat een laag zand prima werkt. Het zit er tenslotte al als je wat tegels uit de tuin haalt. Alleen is zand niet bepaald voedzaam en spoelt water er veel te snel doorheen. Dat betekent dat je nieuwe grasmat al snel uitdroogt. Je hoeft de zandlaag niet helemaal te verwijderen, maar het is wel slim om het te mengen met een bodem die wél voedingsstoffen vasthoudt. Meer weten over wat daar precies voor nodig is? Kijk dan eens naar de uitleg over de ondergrond graszoden. Nu zijn graszoden vrij eenvoudig te leggen, maar de ondergrond moet wel enigszins goed zijn qua kwaliteit.
Tuinaarde klinkt logisch, maar werkt niet goed genoeg
Even snel een paar zakken tuinaarde over het zand gooien lijkt misschien een handige en snelle oplossing, maar in de praktijk valt dat behoorlijk tegen. Het lijkt alsof je de bodem daarmee een stuk voedzamer maakt, maar gewone tuinaarde heeft vaak niet de juiste structuur om vocht goed vast te houden. Zeker in drogere periodes verdampt het water te snel of zakt het meteen weg, waardoor de graszoden niet genoeg te drinken krijgen. Ook als het daarvoor flink heeft geregend, merk je al snel dat het water niet blijft hangen op de plekken waar het nodig is. Het resultaat? Uitgedroogde graszoden die maar moeilijk willen hechten aan de ondergrond. Dat is natuurlijk niet wat je wilt na al dat werk. Een goede start begint dus echt met een bodem die meer kan dan alleen 'er netjes uitzien'.
Wat werkt dan wél als ondergrond?
De truc zit ’m in balans. Je hebt een bodem nodig die voedingsstoffen vasthoudt, voldoende vocht geeft aan het gras maar ook weer niet te nat blijft. Klinkt ingewikkeld, maar dat valt mee. Denk aan een mengsel van compost of rijke tuinplantengrond. Dat zorgt ervoor dat de graszoden straks op een bodem liggen waar ze echt iets aan hebben. Niet te licht zoals zand, maar ook niet te zwaar waardoor het water blijft staan.
Vergeet het voorbereidende werk niet
Voordat je begint met gras leggen, moet je het onkruid weghalen. Alles, echt alles. Daarna moet de grond netjes vlak zijn en goed stevig aangedrukt, zodat het later niet gaat inzakken. Een hark eroverheen en dan even met rust laten. Zo zie je snel of er nog wat ongewenst groen opduikt dat je alsnog kunt verwijderen. Eventueel kun je nu ook nog wat mest toevoegen om de bodem een extra duwtje in de rug te geven.